Kindje Jezus
December , de wereld bedolven onder sneeuw. Precies zoals het
hoort. Ian en ik lopen door het bos naar een kerstmarkt met kerststalletje. De sneeuw kraakt onder onze
laarzen. Vertederend kijk ik naar mijn
kleine kruimel die heerlijk door de sneeuw heen stampt. “Kom”, zeg ik vol
enthousiasme. “We gaan naar het kindje Jezus”. Ian kijkt even op , een beetje
geïrriteerd , want ik haal hem uit zijn eigen spel. “Jahaaa”, roept hij me even
terug.
Als we in het romantische
tafereeltje aankomen leef ik me helemaal in . De nostalgische eenvoud ,de geur
van stro gepaard met mijn aversie tegen dierenluchtjes. Armetierigheid heeft
iets middeleeuws romantisch. Maria en Jozef zijn veel meer dan antiek. Ik kan de zaligheid van opoffering idealiseren
,omdat zij een ver van mijn bed show is. Ik ben liever een luxe kind net als
mijn oogappeltje. Ian is gehypnotiseerd door de glitter en glamour van de
kerstballen en de knipperende lichtjes in de kerstboom. Een monotoon mantra
geluid lijkt hem mee te nemen; Ho Ho Ho.
Naast de boom staan levende
schaapjes te blaten. Ik probeer de wereldse toeters en bellen van me af te
schudden en zet mijn luxe paardje naast hen neer.
Het draait om Jezus dus kniel ik
naast Hem neer. Wat zouden de herders die nacht gevoeld en gedacht hebben toen
dit Goddelijke licht hun wereld kwam wakker schudden. Vol van eenvoud en waarheid
is Hij. Ian huppelt om de kerstboom, aait de schaapjes en zingt jingle bell. Waar
gaat die kerstman met mijn kind naar toe?
Mijn moederhart wil dat bij mijn
zoon Het Licht doorbreekt.. “Kom es”, roep ik hem toe. Ian gaat naast me zitten
op het stro. Net als ik mijn mond wil opentrekken om hem wijsheden wijs te
maken legt hij me het zwijgen op. Eenvoudig met zijn serieuze blik vol liefde .
Voor een kind van vijf kan hij me
helemaal overrulen . Ian pakt mijn hand die ik in een zegende houding op
het hoofdje van het kindje Jezus had gelegd. Hij verlegd mijn hand naar zijn
schoot. “Dat mag je niet doen “zegt hij liefdevol en berispend. Dit moment is
heilig. Ik durf niets te zeggen.
Vol verwachting kijk ik op om te luisteren
naar de wijze lessen van mijn zoon.”Mama, deze Jezus mag je niet aanbidden”.
“Het is niet de echte , het is maar een plastic afgodsbeeld”. Wijselijk laat
hij een verwerking’s stilte vallen .
Om mijn eventuele teleurstelling te
sussen slaat hij een arm om me heen en trekt hij me naar zich toe.’Mama zal ik
met je bidden,naar de echte Jezus“?